maandag 18 april 2016

Nagano


Daar gaan we dan,
Eerst met de metro naar Shinjuku station, dat stationnetje waar zo'n 4 miljoen reizigers per dag gebruik van maken.
Op dit station gaan we onze vouchers voor Japan Railways inleveren. De JR pass moet je van te voren kopen en is alleen te gebruiken voor mensen die tijdelijk in japan verblijven, het pasje kost wel ongeveer 150 euro per week maar dan kun je wel onbeperkt met JR reizen.
We waren al op tijd op het station, maar het blijkt dat het loket pas om 9 uur open gaat.
Er wordt door de 3 perron bediende een hekje om ons heen gezet, zodat ze weten dat we in de rij staan voor het loket.
Voucher ingewisseld en we jumpen voor de eerste keer op de Shinkansen, de high tech bullet trein met het uiterlijk van de spaceshuttle.
We proberen eerst het systeem van wachten voor de trein door te krijgen.
Er is een geel en een rood vakje naast elkaar..... Hmmmm, we kijken even wat de rest doet dat is de makkelijkste manier van snel leren.
Je gaat in het rode vak staan voor de eerstvolgende trein die eraan komt en in het gele vak voor de trein die erna komt, als de eerste weg is schuif je door van het gele naar het rode vak ;)

Van te voren kun je op een digitaal schema zien welke wagon je in kan zitten, die voor gereserveerd en niet gereserveerd. Aan alles is gedacht.
De controleur in deze zeer comfortabele trein, buigt als hij de wagon binnen komt en ook weer als hij deze verlaat. Het is misschien wat overdreven maar het is toch zeker ook wel een prettige manier van respect.
Onderweg krijgen we eindelijk iets te zien van het Japan buiten de grote stad. Bergen, landbouw met kleine akkertjes en wederom weer die kleine oude, kromme japannertjes die hun akker bewerken.
 
Ik neem wat foto's met m'n Sony RX100, voor zover dat mogelijk is met de snelheid van de trein.
Als de sfeer maar een beetje overkomt.
Een paar uur later zijn we Nagano, de stad waar in 1998 de olympische spelen werden gehouden.
Hier stappen we uit om de volgende trein te pakken.
We zijn er vanuit gegaan dat we voor al onze treinverkeer de JR pas konden gebruiken, dat blijkt dus niet zo te zijn.
Er zijn veel lokale treintjes die niet met dit systeem werken. Dat wordt dus een nieuw ticket kopen voor de boemeltrein naar Yudanaka, onze eindbestemming van vandaag.
Het is wederom een prachtige rit, met mooie vergezichten en berglandschappen. 
Een uur later komen we aan op een pittoresk station, waar als er een trein aankomt een lokaal lied uit de krakende luidsprekers klinkt.... Fantastisch!
Onderweg had Anne met de hoteleigenaar gebeld die voor Japanse begrippen redelijk Engels spreekt.
Hij komt ons ophalen van het station, hij staat al te wachten met zijn glimmende groene baseball jas en met een bordje Anne-san in zijn handen.
Onderweg kakelt hij aan een stuk door,waar alle winkels zitten, eethuisjes, supermarkt, bushaltes en maar lachen dat hij het zo koud vindt op dit moment.
Het is net wat boven nul en er dwarrelt wat sneeuw naar beneden, we zitten dan ook hoog in de bergen.
We komen aan bij het hotel, eigenlijk is het een ryokan. Een traditioneel hotel wat er modern uitziet aan de buitenkant, maar waar je slaapt op futon matten.
De manager sleept onze koffers uit de auto en tilt deze naar binnen het hotel in, hij neemt nog geen eens de moeite om de wieltjes onder de koffers te gebruiken.
Tijd om onze kamer te bekijken krijgen we niet, we worden weer ingeladen en weggebracht naar Jigokudani park.
Dit is het thuisfront van de Japanse makaak beter bekend als snowmonkeys.
Een van mijn dromen gaat dus zo in vervulling :)  ondertussen blijft de manager maar door kakelen..

Vanaf de parking is het een half uurtje lopen naar de toegang van het park, het pad is smal en modderig met aan de linkerkant een flinke diepte.
Het is eigenlijk wel goed dat we er nu al zijn, ook al gaat het park bijna dicht.
Zo kunnen we alvast wat verkennen voor morgen en weet ik waar ik op moet letten met fotograferen.
Vlak voor de toegang lopen we door een prachtig vallei en komt de geur van zwavel al ons tegemoet, iets dat we uit Ijsland kennen.
Het gebied is vulkanisch en heeft vele warmwaterbronnen, hier en daar zien we al wat apen rondlopen. Sommige liggen plat op hun buik op de buizen die het warme water vervoeren, aangepast aan de moderne techniek.
De toegang  is 500 YEN, ongeveer 4 euro.
Wat meteen opvalt is hoe dicht je bij de apen kan komen, je kan ze aanraken maar dat is zeker niet aan te bevelen.
Ze komen in de ochtend vanuit de besneeuwde bergen naar beneden, naar de onsen.
Een onsen is een warmwaterbad, de apen gebruiken deze om te badderen en zich op te warmen.
Door de warmte krijgen ze van die prachtig rode gezichten.
Wat een beesten, behalve het uiterlijk zijn het net mensen. Je ziet ze relaxen in het water, zo ontspannen met hun ogen dicht. Dit is zo fucking mooi om te zien.
Het blijkt ook al snel dat het niet heel makkelijk zal zijn om deze beestjes op de foto te krijgen.
Dat gezegd, het is wel makkelijk, maar ik bekijk het vanuit een misschien wat professionelere hoek.
Het beeld dat ik wil hebben, heb ik namelijk al in gedachten. Het moet alleen nog uitgevoerd gaan worden.
Ik heb de lat voor mezelf dus behoorlijk hoog gelegd en vandaar uit gezien zal het niet mee vallen.
Anyway, laten we ook vooral genieten van al dit moois.
Het park gaat zo dicht en wij moeten zorgen dat we de bus terug naar het dorp halen, bovendien zijn we inmiddels flink vermoeid en kunnen wel wat eten, sake en rust gebruiken.
De manager had ons verteld hoe we vanaf het station weer terug bij het hotel konden komen.
Het is een kwartier lopen door de vergane glorie van dit dorp.
Op weg naar het hotel scoren we nog wat te snacken en te drinken om de avond door te komen.
Bij het hotel aangekomen zijn onze koffers al op de kamer gezet, we krijgen nu uitleg over het ontbijt en hoe we de onsen van het hotel moeten gebruiken.
Omdat we vandaag de enige gasten zijn kunnen we samen gebruik maken van de onsen van de dames.
Ook voor tattoos hoeven we ons geen zorgen te maken, wat zeker niet altijd het geval is.
Tattoos zijn voor vele nog een taboe, gelinkt aan de Yakuza (de Japanse mafia).
Nu krijgen we ook onze kamer te zien, zo'n 35-40 meter kamer met de matrassen op de grond, een zithoekje en een japanse thee set.  Ok het is misschien allemaal wat gedateerd en vervallen, maar dat valt allemaal in het niet door hoe we hier behandeld worden.
Zoveel vriendelijk- en behulpzaamheid heb ik echt nog nooit meegemaakt, daardoor accepteer je de kleine gebreken.

We gaan meteen door naar een klein eettentje verderop in het dorp, een simpel maar smakelijk gerecht in een klein familie restaurantje.
Je kunt er kiezen of je aan de bar eet of traditioneel op de grond wil zitten.... Wij kiezen voor gemak aan de bar.

Terug in het hotel de onsen in, een 41 graden warm natuurbad. 
Voor dat je deze ingaat moet je eerst even het wasritueel door, je gaat dus schoon het gezamenlijke bad in. 
Dit doe je naakt, je hebt wel een klein handdoekje bij om je enigzins te bedekken.
Deze bewaar je tijdens het badderen op je hoofd.

De volgende dag begint met ontbijt, geen idee wat ons staat te wachten.
We moesten er om 7.30 zijn werd ons verteld en om 8.45 worden weer ingeladen om naar het park terug te gaan.
De oude vader van de manager brengt ons het ontbijt, schaaltje voor schaaltje en bij elk schaaltje zegt hij 2 keer wat het is.... onbegrijpelijk voor ons, maar het is bijna aandoenlijk.
Zoals gezegd zitten we op tijd in de auto en zijn we voor de rest van de toeristen in het park.
Beetje quality time met deze fotogenieke apen.
Er was mij van te voren verteld om een grote snelle lens mee te brengen zoals een 300 - 400mm 2.8.
Ik vond toen ik dat hoorde, het iets overdreven, maar daar zo rondlopend begrijp ik het wel.
De mooiste beelden komen van de apen die in het water zitten, het is al redelijk dicht bij,maar voor een goed portret zonder te veel last te hebben van de damp op het water....
Het beste wat ik heb meegenomen is een 200mm 2.8 en op mijn full frame camera, is het allemaal maar net aan.
Ik zal het ermee moeten doen :)
We hangen uren rond en bekijken hoe deze integrerende beesten eten, vlooien , vechten, de hiërarchie  bepalen, relaxen en eten uit sulfaatstroompjes halen.
Het is er in de wind en de sneeuw behoorlijk koud en na een uur of 5 besluiten we om terug te gaan.
Met de bus weer aangekomen in het dorp, gaan we eerst wat eten.
We komen terecht in de smerigste tent ooit.
Waarschijnlijk nooit schoongemaakt sinds de opening in de jaren 70.... alles zit vastgeplakt en is vettig, bruin , geel...
De inrichting bestaat naast een paar afgeleefde tafels uit boekenkasten vol met vergeelde boeken, een vreemde combi.
Ze hadden bijzonder genoeg ook een menu in het "Engels" met de hand geschreven op lijntjespapier, we hadden er ieder 1. Nee mijn menu was geen copy van de andere maar gewoon nog een keer met de hand geschreven.
Hoe smerig die tent ook was, het eten was goed en de mensen aardig. Ik blijf het zeggen.... om Japan goed te beleven moet je alles gewoon over je heen laten komen, nemen zoals het is.

Met een nieuwe bodem gelegd, trekken we door het dorp.
We bezoeken een enorme boeddha, tempels waaronder de minitempel van de godin van de tabak.
Hier staat toch echt geschreven dat tabak de levensduur verlengt. Ik rook al heel lang niet meer maar zou spontaan weer beginnen.
In de avond eten komen we weer in een familierestaurantje terecht waar we wat sushi naar binnen werken.
De hele familie is aanwezig en de vader die ook de kok is staat vrolijk mee te zingen met de Japanse versie van Idols die op tv is.  Heerlijk ongedwongen.
Terug in het hotel spelen we nog een potje tafeltennis in de lobby, nemen een warm bad en een fles sake en noemen het de dag.
Morgen gaan we weer op pad, deze keer richting Kyoto. 
Geen idee wat ons daar te wachten staat.











The hotel, it could be the scene from a horror movie




















1 opmerking:

say what ever you want to say!